Author Archive Dirk Goddefroy

ByDirk Goddefroy

Risico in verscheidenheid, schattingsmethodieken voor industrieel – en historisch onroerend goed…

Ieder jaar worden vele duizenden onroerende goederen in België “geschat” op hun waarde.

Onder het label “schatting gratis” wordt er ver- en gehandeld dat het een lust is.

Wat waarderen?

Het is verbazingwekkend vast te stellen dat er boekhoudkundig gewaardeerd wordt als het over bedrijfsvastgoed gaat. De waarde van het onroerend goed wordt herleid tot cijfers uit de tabellen van een boekhouding. In sommige situaties kan die methode afdoend zijn als partijen een zakelijke transactie beogen die “in going concern” blijft bestaan.

Wat indien de zakelijke context (afgesloten contracten, uitbatingsvergunningen, …) na enkele jaren ophoud te bestaan? Is het dan nog altijd evenveel waard? Het antwoord is neen.

Belangrijk is om niet uit het oog te verliezen wat de eigenlijke context van de waardering is. Is het enkel een handelstransactie dan heeft u aan het waarderingscijfer niets voor uw bancaire-, verzekeringstechnische-, en fiscale dossier.

“Wat” werd er gewaardeerd, een niet onbelangrijk gegeven.

Vetusteit, vetustiteit, sleet?

Bij het hanteren van de waardeverminderende factoren wordt er in het algemeen op een niet correcte manier omgesprongen met de verschillende benamingen en toepassingen van de ouderdom of onderhoudsstaat van een onroerend goed. Veelal wordt een verzekeringstechnische evaluatietabel toegepast die enkel voor de berekening van een werkelijk waarde zou mogen toegepast worden.

Van economische sleet/levensduur of andere vetuste factoren wordt nauwelijks gesproken.

Zakelijke rechten

Nochtans is de impact van de op het onroerend goed van toepassing zijnde zakelijke recht (of in het verlengde ervan andere rechten) mogelijk groter op de waarde van het onroerend goed dan de loutere berekening van de stenen en/of de grond.

Opstalrechten, vruchtgebruik, retentierechten enz. hebben een negatieve impact op de waarde.

Stedenbouwkundige voorschriften, bestemmingen enz. hebben een immense impact op de waardering. Indien het gebouw of de bestemming niet vergund is, is de waarde negatief indien er niet tot een regularisering kan overgegaan worden.

In het handelseconomisch verkeer wordt dit meestal uit het oog verloren en grijpt men te dikwijls naar een handelswaarde. Deze waarden worden dan gekoppeld aan opbrengstwaarden, hetzij aan huurinkomsten of andere factoren.

Wat met DCF, BAR-NAR?

De methodieken om te waarderen op basis van o.a. DCF (discounted cashflow) of BAR-NAR houden grote risico’s in. Louter huuropbrengsten of huurinvesteringen koppelen aan een waarderingsmethode waarbij de OLO dan een bepalende factor wordt kan nuttig zijn voor een beleggingsvastgoed als een kantoorgebouw, maar is nefast als factor voor de waardering van een bedrijfsvastgoed.

Enerzijds zorgen de fluctuaties binnen de OLO ervoor dat de waardering van het onroerend dagelijks spectaculair kan veranderen ingevolge marktevaluaties, anderzijds is de koppeling van een specifiek huurcontract(en) ervoor dat de waardering afhankelijk wordt gemaakt van één enkel contract. Als het dan over exclusieve contracten gaat vervalt de waarde op het ogenblik dat het contract onderbroken of beëindigd wordt.

Havenbedrijven, brownfields, historische gebouwen

Havenbedrijven zijn normaal gezien steeds het voorwerp van een concessie. Dit specifieke element zorgt ervoor dat ze niet gewaardeerd kunnen worden op een gebruikelijke manier.

Brownfields zijn afhankelijk van de herbestemming die een overheid eraan wil geven. Zij kunnen het voorwerp zijn van een P/S-waardering maar zijn niet op de gebruikelijke wijze te waarderen.

Historisch onroerend goed (watermolens, molens, kerken, forten, …) hebben dan weer een totaal andere invalshoek waarbij de juridische impact op het eigendom groter is dan de aanwezigheid van de constructie.

Besluit

Tijd voor meer reflectie binnen het cijfermatig waarderen van een onroerend goed als het niet over uw klassieke grond of villa gaat.

Dirk Goddefroy, Gerechtsdeskundige

ByDirk Goddefroy

Grondleggers van het forensisch onderzoek, een ode aan Ernest Goddefroy…

Ernest Goddefroy, een Belgische politieagent die na een stage in Frankrijk in 1911 het certificaat van de gerechtelijke identiteit van Parijs behaalde, richtte een jaar later een technische politieschool op in Oostende.

Ten tijde van WOI week hij uit naar Hull (G.B.), waar hij zijn activiteiten verder zette in  forensisch onderzoek.

Wie was Ernest Goddefroy?

E.Goddefroy was samen met enkele andere begeesterden de grondlegger van het forensisch onderzoek in België. Toen reeds was er noodzaak aan een uitgebreide samenwerking tussen Frankrijk, in het bijzonder Parijs, en België, in het verlengde met Duitsland en Luxemburg.

Deze commissaris uit Oostende stichtte er de technische politieschool met forensisch laboratorium.

E. Goddefroy werd internationaal geprezen voor zijn praktische- en theoretische kennis van misdaadonderzoek en zijn publicaties ervan.

Wat betekende hij voor ons?

Niet alleen was hij de stichter van de wetenschappelijke politieschool met het eerste forensisch laboratorium, maar bovenal hebben zijn wetenschappelijke werken en publicaties de basis gelegd voor het hedendaagse forensisch onderzoek.

Bovendien ijverde hij voor de eerste politionele structuren in België.

Aan het einde van de 19de eeuw ondervonden de Franse en Belgische politiekorpsen de tekorten die hun landsgrenzen betekenden voor politioneel werk. Aanleiding waren een aantal gruwlijke moorden in de grensstreek. In de nasleep van het Congres in Turijn in het voorjaar van 1906 werd er dientengevolge een vrije zone aan beide landsgrenzen gecreëerd die de politiediensten van beide landen toeliet criminelen te achtervolgen op elkaars grondgebied. Alhoewel er samenwerking was, werd het toch nog geen succes omdat België de samenwerking in 1907 stop zette.

In 1914 vond het eerste “Internationaal Gerechtelijke Politie Congress” plaats in Monaco.

WOI verhinderde een snellere uitbreiding van internationele samenwerkingsverbanden.

Uiteindelijk opende dit de weg in 1923 voor de oprichting van een internationaal politie orgaan, het ICPC.

De methode Goddefroy

Dankzij de studie, het onderzoek van moorddossiers en de systematische analyse ervan publiceerde E.Goddefroy verschillende wetenschappelijke werken. Waaronder onderzoek naar moord of zelfmoord door ophanging.

Het onderzoek naar vingerafdrukken, het vervalsen ervan, de technieken voor het in kaart brengen en kleuren van vingerafdrukken.

Het onderzoek en de technieken voor het in kaart brengen van voet- schoenafdrukken, boksbeugels, voorwerpen die bij een moord gebruikt werden, nagels, …

Zijn studies en methodiek onderzoek zijn heden nog steeds actueel en bij aanvang spreekt men van de “methode Goddefroy” als men de specifieke materie test op waarheidsbevinding.

Besluit

E.Goddefroy was een van de belangrijskte grondleggers van ons hedendaags forensisch onderzoek. Hij was de grondlegger van politionele structuren op nationaal vlak en ijverde mee voor de internationalisering van de politionele diensten. Ons huidige Interpol mag met trots terug kijken op de realisaties in misdaadonderzoek en de publicaties die hij uitbracht. Tijd voor een ode en een herdenking.

Enkele van de werken van E.Goddefroy:

  • Petit manuel pratique’s à l’usage de la police judiciare (1910)
  • Misdaad en technisch onderzoek Petit manuel pratique à l’usage de .la police judiciaire, 1910. (Épuisé.)
  • La police scientifique, 1911. (Épuisé.)
  • De wetenschappelijke politie, 1912. (Épuisé.)
  • Sur un nouveau procédé pour colorer les empreintes digitales et autres traces latentes sur des étoffes. (Revue de Droit pénal et de criminologie.)
  • Nouvelle méthode pour relever par transfert les empreintes digitales. (Revue de Droit pénal et de criminologie.)
  • Déductions d’ordre technique en matière de recherches judiciaires, 1913. (Épuisé.)
  • Nouveau procédé pour transférer les empreintes digitales. (Revue de Droit pénal et de criminologie.)
  • Peut-on produire de fausses empreintes digitales. (Archives d’anthropologie criminelle de France.)
  • Considérations sur la nécessité de créer dans les pays des Ecoles de police technique.
  • La transmision de una impresion dactiloscopica por la via telegrafica. (Revista de policia cientifica, Madrid.)
  • Clasificacion monodactilar de los dactilogramas en arcos y arcos angulares. (Revista de policier cientifica, Madrid.)
  • De Vingerafdrukken. (Natuur en Wetenschap.)
  • Misdaad en technisch politie onderzoek. (Natuur en Wetenschap.)
  • Les affaires criminelles et la police technique. (Épuisé.)
  • La prostitution masculine à Berlin. (Revue de Droit pénal et de criminologie, 1922.

Dirk Goddefroy, Gerechtsdeskundige

ByDirk Goddefroy

De geniepige doders, CO EN CO2…

Elk jaar duizenden slachtoffers, spijtig genoeg met vele slachtoffers die bovendien nog tussen de 20 en 30 jaar oud zijn.

En toch krijgt dit onderwerp weinig aandacht wegens niet spectaculair.

Wat is het dan CO en CO2?

Als we alleen naar CO-vergiftiging kijken is dit de belangrijkste vorm van dodelijke intoxicatie in België. CO is een geurloos en kleurloos gas dat ontstaat bij onvolledige verbranding van gas of door andere activiteiten door de mens.

Accute intoxicatie of chronische?

Bij acute intoxiatie zijn er omstandigheden die een onmiddellijke adamhalingsstilstand tot gevolg hebben. In minder ernstige concentraties zal de aanwezige het bewustzijn verliezen en in coma geraken. Uiteindelijk leidt dit tot de dood indien er niet onmiddellijk hulp kan geboden worden.

Bij chronische intoxicatie zijn de symptomen dikwijls zeer herkenbaar maar zijn ze moeilijker te duiden in die zin dat men de signalen koppelt aan andere zaken (ik ben vermoeid, hoodpijn, griepje, verkoudheid,.. ).

Belangrijkste redmiddel!

In basis kan een CO risico niet aanwezig zijn mits de omgeving voldoende verse lucht aangeleverd krijgt (i.f.v. een eventueel geproduceerd CO-volume). Belangrijk hierbij is een goed onderhoud van de aanwezige verbrandingsinstallaties die fosiele brandstoffen benutten, het juiste aantal personen per volume lokaal of omgeving i.f.v. het door hen geproduceerde CO of in bepaalde gevallen CO2.

Belangrijke vaststellingen zijn het systematisch ontbreken van onder- en bovenverluchtingen in stooklokalen, het totaal ontbreken van enige verluchting in een gebouw, de onreglementaire constructies van stooklokalen t.o.v. de gebruikte verwarmingsinstallaties, zeer ernstige gebreken in uitvoering.

Wat met andere risicovormen?

De aandacht die het CO risico krigt is niet onterecht maar onvoldoende. Maar er zijn genoeg andere risico’s die een risico kennen en die nauwelijks aandacht krijgen. Of we nu naar koolstofdioxide, stikstof, zuurstof, acethyleen, chemische verdunners, verven of solventen kijken, de risico’s worden te weinig geduid.

U kookt in uw kampeertentje op het festival in Werchter, op de scouts of u slaapt in de wagen tijdens wildkamperen? Brander in de badkamer? U rookt een waterpijp? Slecht onderhouden schouw? U laat de auto alvast warmlopen in de garage?

Staat u er bij stil?

Besluit

Een campagne kan zowel bevolking als bedrijven inlichten om specifieke symptomen en gebreken te herkennen. Rookdetectie is geen CO-detectie. Preventie is geen detectie maar het vermijden van detectie.

Meer inspectie en certifiëring is een goede zaak, mits professioneel uitgebouwd.

Dirk Goddefroy, Gerechtsdeskundige